Hefboom-Effect
Het hefboom-effect treedt op bij beleggingsverzekeringen die ook uitkeren bij overlijden. Deze verzekeringen van het type Universal Life zijn vanaf begin jaren ’90 veel verkocht door verzekeraars. Nagenoeg alle beleggingsverzekeringen bij een hypotheek vallen hieronder.
Een deel van de premie die u betaalt, wordt belegd en een deel wordt gebruikt voor premie overlijdensrisicoverzekering.
Naarmate de polis langer loopt zou de waarde van de polis groter moeten worden. Hoe meer waarde in de polis, hoe lager het te verzekeren bedrag bij overlijden zou hoeven te zijn. Kortom: hoe hoger de waarde in de polis, hoe lager de premie die naar de overlijdensdekking gaat.
Voorbeeld
De heer de Vries heeft een hypotheek van € 200.000,-. Hij wil de hele hypotheek na 30 jaar via zijn beleggingsverzekering aflossen. Maar bij eerder overlijden wil hij ook dat de hypotheek is afgelost zodat zijn vrouw zorgeloos kan blijven wonen.
Na 2 jaar heeft hij € 10.000,- aan waarde opgebouwd. De overlijdensdekking hoeft dan geen € 200.000,- meer te zijn maar slechts € 190.000,-. Er kan meer premie worden belegd.
Maar bij tegenvallende resultaten, door hoge kosten of slechte beleggingsresultaten, zit er vaak minder waarde in de polis. Hierdoor dient juist een groter deel van de premie te worden gereserveerd voor het afdekken van het overlijdenrisico.
Vervolgens treedt het hefboomeffect op. Hoe minder er wordt belegd, hoe meer de waarde van de polis achterblijft, hoe meer geld er gaat naar de overlijdensdekking.
Deze hefboom leidt tot waardedaling die kan nooit meer kan worden goedgemaakt gedurende de looptijd.
Ook hier is sprake van schending van de zorgplicht omdat verzekeraars bij aangaan van de polis hebben nagelaten hiervoor te waarschuwen.