Woekerpolisproces

De Wabeke norm

In reactie op de woekerpolissenaffaire betreed de financiële ombudsman Jan Wolter Wabeke het speelveld der woekerpolissen. Wabeke, onderdeel van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, besluit de woekerpolissenaffaire te onderzoeken. Naar aanleiding van zijn onderzoek komt hij met een voorstel om de kosten van de woekerpolissen te maximeren. In zijn advies concludeert de ombudsman dat de verzekeraars in het verleden onvoldoende goede en juiste informatie hebben versterkt aan hun klanten. Tevens meent hij ook dat consumenten ook verantwoordelijkheid dragen voor de woekerpolissenaffaire omdat zij verantwoordelijk waren voor de beleggingskeuze en de daarbij behorende risico’s. Naar aanleiding hiervan adviseert hij om het kostenniveau dat over de gehele looptijd hoger is dan 3,5 procent van het bruto fondsrendement, ten minste voor de meerkosten te compenseren. Hierbij worden overlijdensrisicopremies en arbeidsongeschiktheidspremies niet als kosten aangemerkt. Verder wordt geadviseerd om dat de kosten verder niet meer dan 2,5 procent over het belegd vermogen mag bedragen.

Hoewel deze regeling van 2,5 procent kosten in eerste instantie genereus leek bleek na verder onderzoek dat na gebruik van deze regeling de totale kosten bijzonder hoog op konden lopen. Gemiddeld tot wel 40% van het ingelegde bedrag. Feit was namelijk dat het over een kostenpercentage per jaar ging en niet over een kostenpercentage over het geheel opgebouwde bedrag. Door jaarlijks 2,5 procent van het opgebouwde rendement aan kosten af te trekken liepen consumenten derhalve alsnog zeer veel geld mis. Toen Wabeke deze regeling kwam uitleggen in het programma Tros Radar werd de consument weinig zorgen weg genomen. Geconfronteerd met de berekeningen die via de Wabeke-regeling alsnog zeer hoge kosten toeliet wees hij telkens erop dat er sprake was van een kostenpercentage van 2,5 en dat de regeling een goede was. Duidelijk is evenwel geworden dat daar geen sprake van is. Velen ervoeren het als een schending van vertrouwen dat een onafhankelijke ombudsman een voor consumenten nadelig advies had gegeven.